Herman Brood Tribute Go Nutz! treedt op bij Café Zeezicht in Haaksbergen

Eindelijk duidelijkheid voor inwoners van Rossum, Agelo en omgeving
In het voorjaar van 2024 werd duidelijk dat het buitengebied van Rossum/Agelo een van de potentiële locaties was voor een munitiedepot van Defensie. Deze aankondiging bracht veel onrust teweeg in de gemeenschap. Inwoners maakten zich terecht zorgen over de gevolgen voor hun leefomgeving, veiligheid en de waarde van hun woningen. Als gemeente zijn wij vanaf het begin kritisch geweest richting Defensie, met name op het gebied van communicatie rondom het proces.

Kerngroep op de ‘barricade’
Vanuit inwoners in het gebied is een kerngroep ontstaan die zich op zorgvuldige en betrokken wijze heeft ingezet voor het belang van de gemeenschap. Stevig, ludiek, maar steeds op inhoud en met respect voor het proces en in constructieve samenwerking met de gemeente. Ook Dinkellandse gemeenteraadsleden stonden hiervoor op de ‘barricade’.

Grote waardering
Burgemeester Joosten heeft grote waardering voor de manier waarop inwoners – en in het bijzonder de kerngroep – hun zorgen kenbaar hebben gemaakt: “Mijn grote respect gaat uit naar de inwoners van Rossum en Agelo. In een tijd van onzekerheid en zorgen hebben zij op indrukwekkende wijze hun stem laten horen – met kracht én met open vizier. Hun betrokkenheid en samenwerking met de gemeente verdient alle waardering.” Deze betrokken houding ziet Joosten als een voorbeeld van hoe inwoners en gemeente sámen kunnen optrekken bij grote maatschappelijke opgaven.

Streep eronder
Joosten is blij dat we nu een streep eronder kunnen zetten en samen weer vooruit kunnen kijken: “Een donkere wolk boven dit mooie landelijke gebied liet zijn sporen na in de gemeenschap. De maandenlange onzekerheid en het gebrek aan perspectief raakten mensen emotioneel. We zijn opgelucht dat er nu een definitief besluit ligt en de lucht weer klaart. Wij gaan binnenkort nog een moment plannen om samen terug te kijken op deze impactvolle periode.”

Ook worden ganzen die in de rui zijn - wanneer ze hun veren wisselen en niet kunnen vliegen – bijeengedreven en vergast.De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer veroordelen deze methodes. Het is een verkeerde oplossing voor een door de overheid ontstaan probleem; een basaal gebrekkig beheer van de ganzenpopulatie in Nederland. Dit heeft niets met jagen of jagers te maken.

Standpunt Jagersvereniging en NOJG
‘Het is noodzakelijk dat provinciale overheden het aantal ganzen wil terugbrengen. De schade die ganzen aan landbouwgewassen en natuur veroorzaken en het aantal botsingen van ganzen met vliegtuigen nemen nog steeds toe.’ zeggen Laurens Hoedemaker, directeur van de Jagersvereniging en René Leegte voorzitter van de NOJG. Het doden van ganzen in hun meest kwetsbare periode is echter in strijd met de Europese regels. In de Vogelrichtlijn staat dat ganzen in de herfst én winter bejaagd mogen worden en slechts bij uitzondering in de periode dat zij naar hun broedgebieden trekken, broeden en hun jongen verzorgen. Het schieten van ganzen op het nest veroorzaakt onaanvaardbaar dierenleed, omdat de jongen gewond raken of zonder ouderdieren achterblijven.

Oproep
De beide jagersverenigingen pleiten voor het beheren van de ganzenpopulatie in de nazomer, herfst en winter. Dat is de tijd waarin de ganzen geen eieren of jongen meer verzorgen, terwijl de vraag naar wild in restaurants, winkels en bij particulieren op haar jaarlijkse hoogtepunt is. Ook doen zij een oproep aan de terrein beherende organisaties zoals Natuurmonumenten om mee te werken aan normaal populatiebeheer in het jachtseizoen om dit soort excessen te voorkomen.

Wat doen de Jagersverenigingen?
De Jagersverenigingen stimuleren haar leden en lokale jagersverenigingen (WBE’s) om samen met provincies, boeren en terreinbeheerders afspraken te maken over fatsoenlijk en effectief ganzenbeheer.